Een koffer, vrolijke weekendtas, lekkers voor onderweg en los speelgoed of een boekje in je hand: auto in, auto uit en ‘mind your step’ op weg naar de vertrekhallen. Je kent dit tafereel misschien nog wel uit je eigen kindertijd. Kriebels in je buik van het avontuur dat komen gaat. Mijn moeder was die dag niet in vakantiestemming, wel was ze nerveus, somber en afwezig. Maar dat was ze vaker vanaf de tijd dat ze samen was met onze nieuwe vader. Ik was acht toen ze hem ontmoette en mijn zus dertien. Hij kwam uit Egypte, de stad Alexandrië. Een groter contrast met hoe onze moeder leefde voor ze hem ontmoette kon er niet zijn. Ze stopte met dansen en het dragen van haar prachtige schoenen met hoge hakken. Ook stopte ze met werken en leek ze – ineens – meer waarde te hechten aan een gezinsleven. Hij was Moslim en zij verdiepte zich in de basis daarvan.
Mijn moeder met ons zusje in haar armen, mijn oudere zus en ik. Daar stonden we dan. Op een koud perron in een voor ons nog onbekende stad. Het leek alsof we een wereldreis hadden gemaakt: in werkelijkheid was het de treinreis van Den Haag naar Delft. Die avond had mams een telefoontje gekregen en kreeg ze de instructie dat we per direct ons huis moesten verlaten om een, voor ons onbekende, vrouw te ontmoeten. Het verdwijnen van mijn eigen rastapapa was nog vers, zonder afscheid te nemen verhuisde hij terug naar zijn geboorteland St. Vincent. Maar mijn stiefvader was lief voor mij dus accepteerde ik hem al snel als mijn nieuwe vader. Dat was voor mijn oudere zus niet het geval. Zij zag en bergreep meer van de slechte relatie die mijn moeder en hij met elkaar hadden: een relatie die aan de buitenkant anders was dan binnenshuis. Waarschijnlijk was de achtergrond van mijn stiefvader – in meer opzichten dan alleen godsdienstig en cultureel – geen goede match met het westerse Nederland.
Die avond, op het koude perron in een nieuwe stad, ontmoetten wij de maatschappelijk werkster die mijn moeder eerder die avond gebeld had. Zij zou ons naar ons geheime vluchtadres brengen. We hadden een tas met wat kleren bij ons en niks meer. Achteraf heb ik begrepen dat dat ‘juist’ de bedoeling was. Mijn moeder had in die tijd ervoor hulp gezocht en van daaruit was het plan gemaakt om – op een toen nog onbekende dag – samen met haar kinderen te vertrekken naar een ‘Blijf van mijn lijf huis’ in een andere stad. Zo ging dat in die tijd en waarschijnlijk nu nog steeds. Vrouwen die samen met hun kinderen vluchten voor hun mannen en alles achter zich laten. De kinderen nemen geen afscheid op school, en ook niet van hun vriendjes en vriendinnetjes. Ook familie en vrienden weten vaak van niets. Weinig voorbereidingen en alles in het geheim zodat de man geen argwaan krijgt. ‘Hocus pocus’, de grote verdwijntruc.
Natalie
(Foto Ksenia Chernaya@Pexels)
Ook ik ben een keer gevlucht, samen met mijn dochter en in een blijf van mijn lijf huis terecht gekomen. Ik zie ons nog zo zitten in de trein.
Ik zal het nodig hebben gevonden om te vluchten maar ik kan me er eigenlijk niets van herinneren, behalve een paar vluchtige shots van dat huis en in een andere stad zijn. Geen spullen hebben en altijd omringt door anderen.
Ik weet dus ook niet hoelang we daar gebleven zijn maar op een gegeven moment zijn we terug naar huis gegaan. Enorm spannend want zou hij ons opwachten misschien. Hij was er niet maar ik vond in de prullenbak briefjes met spijtbetuigingen die hij geschreven had.
En ik maakte het weer goed met hem.
Dankjewel voor je reactie en het het delen van jouw ervaring. Wat je ook schetst over het huis is erg herkenbaar, daarover schrijf ik in mijn volgende verhaal dat gaat over de herinnering aan het blijf van mijn lijfhuis. Ik had daar eigenlijk ook nooit echt dagelijkse gedachten aan, maar in de afgelopen jaren werd ik geconfronteerd met diep verdriet dat ik kennelijk (nog) in mij draag. Niet eens zozeer de verhalen en de gebeurtenissen zelf maar de dieperliggende patronen die ik ervaarde: onzekerheid, verlatings- en bindingsangst, niet goed genoeg voelen, e.d.. Ik ben toen gaan schrijven en deze verhalen uit mijn verleden dienden zich als eerste aan. Liefs Natalie